Gedragsproblemen van een kind: hoe herken je ze?
Vertoont je kind hinderlijk gedrag dat niet meer als ‘kattenkwaad’ beschouwd kan worden?
Alle kinderen en jongeren zijn wel eens lastig. Ze luisteren slecht, worden erg boos of komen te laat thuis. Dit is vervelend, maar ook heel normaal. Het hoort bij het opgroeien. Maar soms zijn de problemen zó erg en duren ze zó lang dat een kind erdoor in de problemen komt. Ook kunnen ouders het gevoel hebben dat ze het allemaal niet meer aankunnen.
Er is sprake van ernstige gedragsproblemen van een kind als er in ernstige mate sprake is van:
- dwars en opstandig gedrag (ruzie met volwassenen hebben of weigeren te luisteren);
- prikkelbaar of driftig gedrag (boos en gepikeerd zijn of woede-uitbarstingen hebben);
- antisociaal gedrag (vechten, liegen, spijbelen, ongevoelig zijn voor straf);
- druk en impulsief gedrag (rusteloos zijn, bezigheden van anderen verstoren, eerst doen en dan denken).
Herken je het volgende?
- Mijn kind / spijbelt veel / gaat niet meer naar school
- Mijn kind heeft verkeerde vrienden en vriendjes
- Mijn kind luistert niet. Er is steeds ruzie thuis
- Mijn kind hangt laat op straat / komt te laat thuis / loopt steeds weg
- Mijn kind is verbaal en fysiek agressief in huis. Schreeuwt, krijst, slaat.
- Ik kan mijn kind niet aan / Ik heb geen grip op mijn kind
- Ik ben het contact met mijn kind kwijt geraakt
- Mijn kind veroorzaakt overlast
- Mijn kind komt in aanraking met politie en justitie
- Mijn kind dreigt uit huis geplaatst te worden in gesloten jeugdzorg of een justitiële jeugdinrichting.
Ook kan een kind ernstig seksueel grensoverschrijdend gedrag laten zien met mogelijk andere gedragsproblemen. Als gevolg hiervan dreigt je kind uit huis geplaatst te worden.