Onderdeel van: Onderzoekslijn Systeeminterventies
Onderzoeksteam:
Aurelie Lange (promovenda), Rachel van der Rijken (copromotor), Jan van Busschbach (promotor), Ron Scholte (promotor).
Dit multicenter onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met MST-Nederland, Praktikon, Radboud Universiteit, de Waag, Dimence, Vincent van Gogh en Het Ambulatorium.
Looptijd: 2013-2017
Contactpersoon: Marieke van Geffen
E-mail: marieke.van.geffen@deviersprong.nl
Samenvatting:
Voor een juiste interpretatie van het hulpverleningsresultaat is het van belang zeker te weten dat de behandeling op de juiste manier wordt uitgevoerd. Daarom is het essentieel te monitoren of een therapeut zich aan het voorgeschreven behandelmodel houdt (behandelintegriteit). Het monitoren van de behandelintegriteit speelt een centrale rol in de kwaliteitsbewaking van Multi Systeem Therapie (MST). Hoewel in de Verenigde Staten is aangetoond dat de behandelintegriteit samenhangt met de behandeluitkomsten, is deze relatie in Europa nog niet eenduidig vastgesteld. Ook het instrument om de behandelintegriteit te meten, de TAM-R (Therapist Adherence Measure Revised), is buiten de Verenigde Staten nooit gevalideerd. Dit vierjarige promotieproject heeft als doel de Nederlandse TAM-R te valideren en de relatie tussen de behandelintegriteit en de behandeluitkomsten nader te onderzoeken. Daarnaast wordt de invloed van de cliënt-therapeut relatie (alliantie) onderzocht.
Onderzoek naar de effecten van individuele psychotherapie bij volwassenen laat namelijk zien dat de alliantie een belangrijke en consistente voorspeller is van behandelresultaten, maar ook dat de alliantie tijdens de behandeling kan fluctueren. Het verloop van de alliantie tijdens de behandeling blijkt de behandeluitkomst zelfs beter te voorspellen dan de alliantie op één bepaald meetmoment. Of deze bevindingen uit de individuele psychotherapie ook gelden voor systeemgerichte interventies en overdraagbaar zijn naar de jeugdzorg is niet bekend. Tot op heden is nauwelijks onderzoek gedaan waarin zowel naar de behandelintegriteit als de alliantie is gekeken. Het meeste onderzoek beperkt zich tot één van beide factoren en/of één meetmoment. Er is nog weinig bekend over hoe de alliantie en de behandelintegriteit zich gedurende de behandeling ontwikkelen, met elkaar interacteren en op deze manier het behandelresultaat beïnvloeden. Ook is weinig bekend over de mogelijke invloed van cliëntkenmerken op de relatie tussen alliantie, behandelintegriteit en behandelresultaten. Meer kennis over het verloop en de voorspellende waarde van alliantie en behandelintegriteit is van belang om op het juiste moment in de behandeling op de juiste factor (alliantie en/of behandelintegriteit) te sturen, zodat optimale behandelresultaten behaald kunnen worden. Door bovendien rekening te houden met belangrijke cliëntkenmerken, kunnen behandelingen nog meer op maat gesneden worden. Idealiter verbeteren hierdoor de behandelresultaten, kunnen onnodig lange behandelingen voorkomen worden en kunnen zorgkosten bespaard worden.
Conclusies proefschrift:
Modeltrouw, oftewel de mate waarin een behandelaar de behandeling uitvoert zoals bedoeld, en de werkrelatie tussen de behandelaar en de cliënt (de alliantie) kunnen elkaar versterken binnen MST. Dit betekent dat een goede werkrelatie het makkelijker kan maken om de behandeling modelgetrouw uit te voeren. Modelgetrouw handelen kan ervoor kan zorgen dat de werkrelatie verbetert.
Modeltrouw zal niet bij elk behandelprogramma automatisch tot betere behandelresultaten en een sterkere alliantie leiden. Het lijkt van belang dat er een balans is tussen modeltrouw en flexibiliteit. Behandelprogramma’s bereiken vermoedelijk betere uitkomsten als het programma enigszins aangepast wordt aan de nieuwe setting. Ook binnen de behandeling is het belangrijk aan te sluiten bij de unieke situatie van de betreffende cliënt. Desalniettemin kan niet zomaar elk element van een behandelprogramma aangepast worden. De kernelementen van een behandelprogramma moeten uitgevoerd worden zoals bedoeld. Meer kennis hierover is wenselijk, zodat ontwikkelaars en onderzoekers expliciet kunnen maken welke elementen van behandelprogramma’s essentieel zijn voor de effectiviteit van het programma en welke elementen zo nodig aangepast kunnen worden aan de situatie.
Modelgetrouwe implementatie van een nieuw behandelprogramma is een proces van meerdere jaren, waarin alle betrokkenen zich de behandeling eigen moeten maken en moeten laten aansluiten bij de nieuwe setting. Representatieve behandeluitkomsten en een hoge mate van modelgetrouw handelen kunnen dan ook niet direct na implementatie verwacht worden. Het is daarom belangrijk dat betrokken partijen over de mate van modeltrouw in gesprek gaan en deze in context interpreteren.
De Nederlandse TAM-R is betrouwbaar en voorspelt behandeluitkomsten bij einde behandeling. Desalniettemin worden de scores op de TAM-R beïnvloed door externe factoren zoals cultuurverschillen in responsstijl en de mate van ervaring met MST.
Publicaties:
Lange, A.M.C., Van Busschbach, J., Van Geffen, W., Timman, R., Scholte, R.H.J., & Van der Rijken, R.E.A. (2015). The lack of cross-national equivalence of a therapist adherence measure (TAM-R) in Multisystemic Therapy (MST). European Journal of Psychological Assessment, published online. DOI: 10.1027/1015-5759/a000262.
Lange, A.M.C., Van der Rijken, R.E.A., Delsing, M.J.M.H., Van Busschbach, J., Van Horn, J.E., & Scholte, R.H.J. (2016). Alliance and adherence in a systemic therapy. Child and Adolescent Mental Health, published online. DOI: 10.1111/camh.12172
Lange, A.M.C., Van der Rijken, R.E.A., Van Busschbach, J., Delsing, M.J.M.H., & Scholte, R.H.J. (2016). It’s not just the therapist: therapist and country-wide experience predict therapist adherence and adolescent outcome. Child & Youth Care Forum, published online. DOI 10.1007/s10566-016-9388-4
Lange, A., Van der Rijken, R., Delsing, M., Van Busschbach, J., Van Horn, J., & Scholte, R. (2019). Alliantie en modeltrouw: Een goede match? Kind & Adolescent
Dit project is mede gefinancierd door ZONMW