Gezinsgericht werken in de gesloten JeugdzorgPlus
Onderdeel van: Onderzoekslijn Systeeminterventies
Onderzoeksteam:
Annemarieke Blankestein (promovenda), Linde Broekhoven (externe promovenda), Aurelie Lange (senior onderzoeker), Marieke van Geffen (principal Investigator), Ron Scholte (medeverantwoordelijke hoogleraar), Rachel van der Rijken (co-promotor, lid projectteam), Robert Didden (medeverantwoordelijke hoogleraar), Gonnie Albrecht (lid projectteam), Maja Deković (lid projectteam, medeverantwoordelijke hoogleraar), Jessica Asscher (lid projectteam, medeverantwoordelijke hoogleraar), Lieke van Domburgh (lid projectteam), Floor van Santvoort (projectleider).
Het onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met Horizon: locaties Midgaard en Vaart, Jeugdhulp Friesland: locatie Behandelcentrum Woodbrookers; Pluryn-Intermetzo: locaties Eefde en Lindenhorst; Spirit: locatie De Koppeling; Via Jeugd: locatie Via Almata
Startjaar: 2016
Contactpersoon: Annemarieke Blankestein
E-mail: annemarieke.blankestein@deviersprong.nl
Samenvatting:
In 2016 is een landelijke studie naar gezinsgericht werken (GGW) in de JeugdzorgPlus (JZ+) gestart. Het betrekken van ouders en het informele sociale netwerk bij de behandeling van jongeren is een belangrijke doelstelling van de transformatie van de jeugdzorg. De problemen van de jongere en het systeem zijn vaak niet los van elkaar te behandelen. Onderzoek wijst uit dat behandelresultaten van jongeren vaak positiever zijn wanneer ouders onderdeel zijn van de behandeling. Ondanks dat verwacht wordt dat gezinsgericht werken in de JZ+ gunstige effecten heeft, is er nog geen onderzoek waaruit blijkt dat dit daadwerkelijk zo is.
Het huidige onderzoek is daarom gericht op de mate waarin professionals op de residentiële leefgroepen gezinsgericht werken en de mate waarin ouders betrokken zijn gedurende het verblijf van de jongere. Daarbij gaat het allereerst om de vraag of gezinsgericht werken gerelateerd is aan behandeluitkomsten van jongeren. Daarnaast is er de vraag of gezinsgericht werken gerelateerd is aan de inzet van systeeminterventies tijdens of na afloop van het residentiële verblijf. Gezien het risico op een breuk in het contact tussen ouders en jongeren, bleek de aansluiting van een residentieel verblijf van jongeren op een ambulante systeeminterventie eerder moeilijk te verlopen. Door gezinsgericht te werken kan de aansluiting met een ambulante systeeminterventie mogelijk beter gefaciliteerd worden. Door al tijdens het verblijf van de jongere in te zetten op het betrekken van het gezin, worden mogelijk betere behandelresultaten behaald. Eerdere onderzoeken hebben namelijk herhaaldelijk de effectiviteit aangetoond van systeeminterventies wat betreft de vermindering van problemen van jongeren en gezinnen.
Het onderzoek kent drie meetmomenten: bij start verblijf in de JZ+ (T1), bij einde verblijf (T2) en zes maanden na verblijf (T3; follow-up). Eind 2019 worden de laatste follow-up data verzameld. Daarna zullen analyses moeten uitwijzen of gezinsgericht werken gerelateerd is aan betere behandeluitkomsten van jongeren in de JZ+.
Publicaties
Blankestein, A. M. M. M., Van der Rijken, R. E. A., Broekhoven, J. L., Lange, A. M. C., Simons, I., Van Domburgh, L., Van Santvoort, F., & Scholte, R. H. J. (2021). Residential youth care combined with systemic interventions: Exploring relationships between family-centered care and outcomes. Residential Treatment for Children & Youth. https://doi.org/10.1080/0886571X.2020.1863894
Simons, I., Broekhoven, L., Blankestein, A., Van der Rijken, R., Deković, M., Albrecht, G., Asscher, J., Van Santvoort, F., & Van Domburgh, L. (2018). Gezinsgericht werken in de JeugdzorgPlus: Wat werkt voor wie? Extern eindrapport. Gedownload van: https://www.zonmw.nl/fileadmin/zonmw/documenten/Jeugd/JeugdzorgPlus/Eindrapport_GGW__def__727023004.pdf (tussentijdse rapportage)
Simons, I., Van Santvoort, F., Broekhoven, L., Blankestein, A., & Mulder, E. (2020). Het betrekken van ouders als een jeugdige in een gesloten residentiële instelling is geplaatst. In A. Harder, E. Knorth & Kuiper, C. (Red.), Uithuisgeplaatste jeugdigen (pp. 136-144).